Martje de Vries
Schatzoeken in Romeins ommeland: Een 17e -eeuwse beschrijving van Latium.
In 1671 werd er in Amsterdam een Parallelle Oude en Nieuwe Beschrijving van Latium gedrukt, geschreven door de Duitse Jezuïet Athanasius Kircher (1602-1680). Kircher bracht het grootste deel van zijn leven door aan het Jezuïetencollege in Rome, waar hij doceerde, machines uitvond, een museum beheerde, en ruim 30 boeken schreef. Hij schreef en las in 15 talen, en was gefascineerd door de oudheid – zij het de Egyptische, Etruskische, Griekse of Romeinse. Van 1661 tot 1669 trok hij er iedere herfst te voet en te paard op uit om het ommeland van Rome, Latium, te verkennen. De stad Rome zelf was volgens hem reeds het onderwerp van vele antiquarische studies, maar haar ‘verborgen’ (cf. latere) ommeland vormde daarmee een sterk contrast. Aan de hand van teksten van antieke auteurs ging Kircher daarom in Latium op zoek naar monumenten die een eeuwige herinnering verdienden (aeterna memoria digna monumenta). Hij beschreef en illustreerde wat hij op die tochten tegenkwam, en zocht met antieke bronnen in de hand naar Alba Longa, naar objecten, villa’s en graven uit de Oudheid, en naar plaatsen die hij kende uit de antieke bronnen en de stichtingsmythologie van Rome. Deze lezing bespreekt Kirchers presentaties en interpretaties van oudheden in zijn Latium, en geeft daarmee een inzicht in de wetenschappelijke, maar ook in de religieuze en politieke context van het zeventiende-eeuwse Rome en Europa.