Bob van Velthoven
‘Een volk dat voor tirannen zwicht / zal meer dan lijf en goed verliezen / dan dooft het licht.’ Met de bekende verzen van dichter en verzetsheld H.M. van Randwijk (1909-1966) wordt dikwijls niet alleen het belang van verzet tegen vreemde overheersing, maar ook de waarde van de democratie als bestuursvorm onderstreept. Ook in de democratie van het klassieke Athene, waarin het volk niet vies bleek van een flirt met populisten en oligarchen, was de tiran al een veelgebruikt voorbeeld om de voordelen van het democratisch bestel uit te lichten.
In deze lezing presenteert de spreker een kleine culturele geschiedenis van de figuur van de Griekse tiran, en beschrijf ik hoe hij van een legendarische trickster en benijdenswaardige populist tot de prototypische ellendigste mens wordt. Vervolgens bespreekt de spreker de drie functies die de figuur van de tiran in werken van Plato (de Staat) en Xenophon (Hiero en Cyropedie) vervult. Allereerst is de tiran een exemplum, van wie de gesprekspartners en lezers van de werken de morele en psychologische gebreken kunnen bestuderen. Ten tweede fungeren verhalen over de tiran als gedachte-experimenten, waarin gesprekspartners en lezers worden uitgenodigd om het leven van een tiran mee te maken en zelf een oordeel te vellen over zijn geluk. Hierin spelen de verteltechnieken en ironie van beide auteurs een grote rol. Ten derde laat de spreker zien hoe de tiran fungeert als locus voor discussie tussen Plato en Xenophon. Door Plato’s karakterisering van de tiran te kapen en te hervormen, becommentarieert en bekritiseert Xenophon de filosofie van zijn tijdgenoot. Hoewel ze wellicht van mening verschillen over filosofische details, lijken beide socratische auteurs uiteindelijk een didactische doel te delen: door het reflectievermogen van hun publiek te trainen, hopen ze bij te dragen aan het opleiden van kritische burgers, die onmisbaar zijn voor het functioneren van de (Atheense) democratie.