De drie G’s in de Nederlandse titel van het nieuwste boek van Philip Matyszak verwijzen naar een grote hit uit de vorige eeuw: Goden, graven en geleerden. Een roman over archeologie van W.W. Ceram. Dat werk voedde generaties schoolkinderen met de wens om archeoloog te worden. Matyszak heeft hetzelfde ambitieniveau. Zijn boek is een prachtig uitgegeven, rijk geïllustreerde introductie op de Romeinse geschiedenis. Het is een feest om door dit boek te bladeren: op iedere pagina staan indringende portretten van Romeinen of foto’s van opgravingen, aangevuld
met munten, inscripties en werken van bekende kunstenaars waarin de oudheid wordt verbeeld. De keuze om het geschiedverhaal over Rome te vertellen aan de hand van individuele levens leidt tot een caleidoscopisch beeld van het onmetelijke Romeinse Rijk en zijn bewoners, van een Griekse krijgsgevangene uit de 2de eeuw v.Chr. die in Rome een school oprichtte tot een Germaan die het in de 5de eeuw n.Chr. schopte tot generaal van de Romeinse legioenen. De gifmengsters uit de titel beloven spannende geschiedenissen over vrouwen en die zijn er ook, variërend van aristocrates tot de echtgenote van een Gallische stukadoor. De titel wekt de verwachting dat de levens van gewone mannen en vrouwen aan bod komen, van alle rangen en standen, uit de stad en uit de provincies, maar dit is geen sociale geschiedenis. De focus ligt op het grote verhaal van Rome. De auteurs hebben vooral gekozen voor levensbeschrijvingen die dit verhaal ondersteunen, zeg maar de eregalerij van beroemde Romeinen, zoals Caesar, Augustus en Hadrianus. De vijfentachtig personen zijn verdeeld over zes tijdvakken, te beginnen bij de stichting van de stad, om via de vroege Republiek en de eerste veroveringen uit te komen bij de burgeroorlogen en de vorming van het keizerrijk. De periode van de Pax Romana vormt het hoogtepunt, waarna de val van het rijk volgt als een coda.

De eerste twaalf levens zijn ontleend aan het werk van Livius en dit deel van het boek is meer mythe dan geschiedschrijving. Vanaf de 1ste eeuw v.Chr. verschijnen er naast grootheden als Cicero en Horatius personages die niet bekend zijn uit de schriftelijke bronnen, zoals een beeldhouwer die zich Pasiteles noemde, en Eumachia en Nonius Balbus, vooraanstaande inwoners van  respectievelijk Pompeji en Herculaneum. De auteurs hebben verschillende figuren geselecteerd die als een pars pro toto dienen voor groepen waarover weinig bronnenmateriaal bestaat. Zo dient een zekere Larcius Macedo, die om zijn wreedheid bijna werd vermoord door zijn slaven, als kapstok voor een uiteenzetting over slavernij in het Romeinse Rijk. Met de gladiator Amazonia en de geleerde Hypatia uit Alexandrië nuanceren de auteurs het gangbare beeld dat vrouwen in de oudheid uitsluitend aan huis en gezin waren gebonden.

Dit boek is interessant, informatief en goed geschreven, maar waarom heeft de uitgever niet meer geïnvesteerd in de Nederlandse vertaling? Veel zinnen lopen niet, het wemelt van de anglicismen en Tarquinius, de laatste koning van Rome, heet op zijn Engels Tarquin. Zo’n mooi boek verdient een goede redactie.

Recensie door Mieke de Vos

Auteurs: Philip Matyszak & Joanne Berry. Vertaald door Bies van Ede
Uitgever: Omniboek, 2021
Uitvoering: paperback, 304 pag.
Prijs: € 29,99

Back To Top