Bob van Velthoven
Schurkenstreken en financiële slimmigheden in Ps.-Aristoteles Oeconomica II
De invloedrijke oud-historicus Moses Finley beweerde in The Ancient Economy (1973), dat de Grieken en Romeinen geen economie, en daarmee ook geen economische reflectie hadden. Het dichtst wat daarbij misschien nog in de buurt kwam, was het tweede boek van Pseudo-Aristoteles’ Oeconomica (4e-3de eeuw v.Chr.), waarin allerlei financiële slimmigheden verzameld zijn aan de hand van 82 anecdotes. Verhongerende steden die passerende handelsschepen zomaar aan de ketting leggen, satrapen die dreigen het hoofdhaar van een bevolking te verkopen, en tirannen die hun bevolking voorliegen over het al dan niet belasten van vee om de belastingopbrengsten te verhogen: weinig blijkt te gek om economische crises aan het lijf te bieden. Vreemd aan dit werk is dat het enerzijds stelt dat de veronderstelde lezers, ambtenaren en politici in de dop, rechtvaardig moeten zijn, om deze lezers vervolgens wel allerlei schurkenstreken voor te schotelen, die hen tot misdaden tegen hun bevolking zouden kunnen inspireren.
In deze lezing ga ik in op de vraag, hoe we deze tegenstelling moeten begrijpen en wat voor een houding tot de voorbeelden deze tekst uiteindelijk aan de lezers voorschrijft. Ook betoog ik dat we deze tekst – tot op zekere hoogte- wel degelijk als een economische reflectie kunnen lezen. Daarnaast plaats ik, nu Finley’s ideeën de afgelopen decennia steeds meer genuanceerd zijn, deze gekke tekst in de context van andere economische reflecties uit de Oudheid, zoals die uit de Staat van Plato, de Cyropedie en de Poroi van Xenophon, de Politica van Aristoteles, en de zogenoemde oikonomia-literatuur.
Bob van Velthoven is promovendus aan de Universiteit Leiden. Zijn specialisaties zijn economische theorievorming in het Klassieke Griekenland, Plato, Xenophon, Herodotus, en Antieke Wijsbegeerte.