Deze lezing zal de stelling uit de titel niet verdedigen, maar zich wel afvragen waarom ze voor veel mensen een vorm van heiligschennis is. Hoe heeft het werk door de eeuwen heen zijn aureool gekregen? Welke aannames zitten er achter de canonieke status van de Augusteïsche literatuur als geheel? En hoe verloopt de receptiegeschiedenis van de Metamorfosen in vergelijking met die van zijn grote broer, de Aeneis?
Daarnaast komen, met specifieke aandacht voor de passages in het eindexamenpensum, de argumenten aan de orde van de kleine minderheid die door de eeuwen heen—te beginnen met de Oudheid zelf—vraagtekens hebben geplaatst bij Ovidius’ dichterlijke kunsten. Er wordt bijvoorbeeld stil gestaan bij de gedachte dat bepaalde delen van het werk minder goed geslaagd zijn dan andere, en het resultaat zijn van de interventies van latere Ovidius-imitatoren. Zit daar misschien toch niet iets in? En is het überhaupt mogelijk om zinvol over de ‘kwaliteit’ van de antieke literatuur te praten?
Deze lezing is eveneens geschikt als eindexamenlezing Latijn.
Dr. Bram van der Velden is Universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Wanneer u deze lezing online bij wilt wonen dan dient u te beschikken over MS Teams. Tevens dient u een mail te sturen naar maastricht@nederlandsklassiekverbond.nl dat u de lezing bijwoont, zodat ik u tijdig de link kan sturen voor MS Teams.