Jan Bloemendal
Senioronderzoeker aan het Huygens Instituut van de KNAW en bijzonder hoogleraar aan de Ruhr Universiteit Bochum.
We kennen allemaal de Griekse tragedie en de komedies van Aristophanes – en misschien ook die van Menander, en de Latijnse komedies van Plautus en Terentius en de tragedies van Seneca, die vaak weer geïnspireerd waren door Griekse voorbeelden. Minder bekend is, dat er in heel Europa talloze Latijnse komedies en tragedies werden geschreven in de zestiende eeuw en daarna. Die hadden meestal de vorm van Romeinse tragedies en komedies, maar hun inhoud was anders. De auteurs waren meestal docenten of rectoren van Latijnse scholen, gymnasia of universiteiten. Ze schreven stukken over Romeinse of latere geschiedenis, over Bijbelse verhalen, over heiligen en martelaren of mythologische onderwerpen. In deze lezing zullen we een kort overzicht geven en inzoomen op een paar stukken. Eén van die stukken is een Latijnse bewerking van het laatmiddeleeuwse toneelstuk Elckerlijc. Het schrijven van de toneelstukken was een van de meest gebruikte middelen om Latijn te leren en om de klassieken levend te houden door ze aan te passen aan de eigen tijd