Door Marije Derksen MA, promovenda Radboud Universiteit Nijmegen
In de hellenistische poëzie zijn vrouwen populaire én innovatieve hoofdrolspeelsters. Apollonius van Rhodos portretteerde Medea niet alleen maar als een machtige en gevaarlijke heks, maar ook als een jong meisje vol liefdesverdriet. Theocritus en Herodas creëerden komische huisvrouwen en stuurden ze vervolgens de wijde wereld in om hun meningen over kunst te etaleren. Toch gebruiken de hellenistische auteurs ook veel traditionele elementen in de karakterisering van hun vrouwelijke personages, die erop los roddelen, weeklagen, bedriegen en verleiden. In deze lezing wordt ingegaan op de manieren waarop hellenistische dichters hun innovatieve vrouwelijke personages verankeren in zowel hun literaire voorgangers als de wereld om hun heen.